Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer is bezorgd over het gebrek aan een goede regeling voor kleed- en zakgeld voor kinderen die onder toezicht zijn gesteld of in instellingen wonen. Waar thuiswonende kinderen zakgeld van hun ouders of verzorgers krijgen, moet dit voor andere kinderen geregeld worden via afspraken tussen gemeenten en jeugdinstanties. De ombudsvrouw concludeert na onderzoek dat de zakgeldregeling momenteel niet goed geregeld is en kinderen niet het geld krijgen waar ze wel recht op hebben.
Jaarlijks komen er bij de Kinderombudsman tientallen gevallen van uit het hele land binnen van kinderen die geen zakgeld krijgen, maar er wel recht op hebben. In 2017 en 2019 bracht de Kinderombudsman al rapporten uit over de problemen rondom zak- en kleedgeld voor kinderen bij jeugdhulpinstellingen. Ook werd in 2017 een document opgesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Jeugdzorg Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en de GGZ Nederland. Deze ‘handreiking’ gaf aanbevelingen over hoe kleed- en zakgeld beter geregeld kon worden.
Het nieuwe onderzoek werd uitgevoerd nadat een 15-jarig meisje uit Den Haag zich had gemeld bij de regionale Jeugdombudsman. Dit meisje woonde in een logeerhuis en kreeg geen zak- en kleedgeld, terwijl ze hier wel recht op had. Dit leidde tot een groter onderzoek, waaruit volgens kinderombudsvrouw Kalverboer is gebleken dat de problemen nog steeds niet zijn opgelost.
De ombudsvrouw vraagt onder meer om een landelijke regeling, in plaats van een gemeentelijke. Daarnaast vraagt ze gemeenten en instanties om te achterhalen welke kinderen nog recht hebben op zak- en kleedgeld en om dit zo snel mogelijk uit te betalen. Het meisje uit Den Haag heeft inmiddels via een andere instantie zakgeld gekregen en een voorschot op andere uitgaven. In de regio Den Haag lopen er momenteel zeker drie zaken van kinderen die wachten op zakgeld.