Bovenop negentien gemeenten die aan de slag zijn met de preventieve aanpak van georganiseerde en ondermijnende jeugdcriminaliteit, komen daar nog acht gemeenten bij. De in totaal 27 gemeenten willen met hun wijkgerichte aanpak voorkomen dat jongeren uitgroeien tot grote criminelen. Dat schrijft justitieminister Dilan Yeşilgöz in de halfjaarbrief aanpak georganiseerde en ondermijnende criminaliteit aan de Tweede Kamer.
Het gaat om Almere, Enschede, Den Bosch, Nijmegen, Helmond, Venlo, Sittard-Geleen en Maastricht. De verwachting is dat zij begin 2024 kunnen beginnen met de uitvoering van hun plannen.
Voor de aanpak in de 27 gemeenten is vanaf 2025 structureel 143 miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld door Yeşilgöz en minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming). Zij willen met een brede aanpak voorkomen dat kinderen, jongeren en jongvolwassenen in aanraking komen met criminaliteit en daarin doorgroeien.
Gemeenten werken hiervoor samen met alle betrokken partners die met jongeren te maken hebben, zoals politie, de Raad voor de Kinderbescherming, de Reclassering, het jongerenwerk, jeugdzorg en lokale ondernemers en werkgevers.
De middelen moeten in gebieden worden ingezet “waar de problematiek het hevigst is of waar preventief ingrijpen toename van de problematiek kan voorkomen”, schrijft Yeşilgöz.
Andere gemeenten van de negentien die de jeugdcriminaliteit al te lijf gaan, zijn onder meer Amsterdam, Arnhem, Breda, Groningen, Heerlen en Rotterdam.